Een duivels dilemma. De pas 13-jarige George Levy moet in 1943 een keuze maken als zijn kinderverzorgster Florence ('Flo') op transport moet naar Duitsland. Met de strenge blik van een SS’er op zich gericht, staat George voor een afschuwelijke keuze, waarmee hij ongewild beslist over het lot van Flo. Het antwoord op de vraag die eigenlijk geen antwoord mag hebben, pijnigt hem de rest van zijn leven.
George en Ursula Levy, twee Joodse kinderen uit Duitsland, worden door hun moeder in april 1939 op de trein naar Nederland gezet. Daar zijn ze veilig, hoopt moeder Lucia. Vader Max werd tijdens de Kristallnacht gevangen genomen en overleed begin 1939, kort na zijn vrijlating. George is dan 9 en zijn zusje Ursula 4 jaar oud. In Nederland worden de kinderen opgevangen door Jozef van Mackelenbergh uit Den Bosch. Hij brengt de kinderen onder bij de nonnen van het St. Jacobusklooster in Eersel.
Vaak huilen
In 1943 moeten de kinderen vanuit Eersel naar het Kamp Vught, maar Van Mackelenbergh voorkomt dat George en Ursula op het kindertransport gaan. Hij vertelt de Duitsers dat de kinderen een katholieke vader in Amerika hebben. De Duitsers geloven de Bosschenaar. Omdat de kinderen geen ouders hebben, wordt medegevangene Flo als kinderverzorgster aangewezen.
"Die periode moet moeilijk zijn geweest voor de kinderen, zonder de beschermende hand van vader of moeder. Kort na de oorlog schreef George zijn belevenissen op in een schriftje. Over deze periode schrijft hij dat hij vaak moest huilen", zegt Jeroen van den Eijnde. Hij vertelt voor Brabant Remembers het verhaal van de kinderen Levy.
In juni 1943 krijgt Flo te horen dat ze op transport moet. Ze smeekt een Duitse officier om te mogen blijven omdat ze voor de kinderen moet zorgen. "Ze hebben mij nodig", roept Flo. De officier vraagt aan George of dat zo is. De jongen staat voor een afschuwelijke beslissing over leven en dood.
Van den Eijnde: "Zegt hij ja, dan moeten ze misschien zelf ook mee op transport naar een onbekende bestemming. In het andere geval moet Flo zeker op transport, maar zijn de kinderen nog even veilig. George antwoordde: 'Nee, we hebben haar niet nodig'. Die keuze heeft hem zijn leven lang achtervolgd."
Bergen Belsen
De bescherming van Van Mackelenbergh houdt op een gegeven moment op en ook de kinderen Levy moeten vanuit Vught op transport naar Westerbork. "Daar zijn ze nog vier maanden geweest en vervolgens kwam ook daar de trein die hen naar Bergen Belsen bracht. De kinderen hebben dit concentratiekamp overleefd, wat echt een enorme opgave was." Uiteindelijk worden ze bevrijd door de Russen.
Na een barre tocht keren George en Ursula terug in het klooster in Eersel. Daar horen zij dat hun moeder is overleden in een concentratiekamp. In 1947 emigreren de kinderen naar een oom en tante in Amerika. Daar bouwen ze een leven op. Ze trouwen en krijgen kinderen. Van den Eijnde: "De oorlog is nooit uit de hoofden van George en Ursula verdwenen. George heeft nog steeds nachtmerries over het moment waarop hij die vreselijk keuze moest maken."