1 mei 1945. Britse en Amerikaanse bommenwerpers werpen voedsel af voor de hongerende bevolking van Noord- en Zuid-Holland. Liefst 880 vliegtuigen zorgen voor topdrukte in het luchtruim. De drukste dag van de hele operatie. Maar er komt meer hulp aan. Vanuit de Veemarkthallen in Den Bosch en ook vanuit Oss moeten voedsel en hulpgoederen naar bezet gebied.
Beide plaatsen in onze provincie zijn het startpunt voor Operatie Faust. Over deze actie is minder bekend dan over de spectaculaire voedselvluchten. Faust wordt uitgevoerd door het Canadese leger: over de grond, via het spoor en over de rivieren.
Over de voedselvoorraden is veel discussie. De geallieerden willen maar één ding: Duitsland verslaan. Ze laten bezet Holland letterlijk en figuurlijk links liggen bij hun opmars. De Canadezen die de klus hadden moeten klaren, vrezen hoge verliezen en nog meer doden onder de Nederlandse bevolking.
Eerst Nazi-Duitsland verslaan is effectiever, vinden ze. Maar dat is tegen het zere been van de Nederlandse regering. Er zijn al maanden grote voedseltekorten.
De regering probeert nog eens, tevergeefs, de geallieerde machthebbers op andere gedachten te brengen. Het militaire doel wint van het humanitaire doel. Hulp bieden was ook lastig. De Duitse bezetter wil lange tijd nergens aan meewerken. Tot eind april 1945. Dan verandert de situatie.
Voedselkonvooi naar bezet gebied
De humanitaire hulp is maandenlang voorbereid. Er is 30.000 ton aan voedsel. In de Veemarkthallen in Den Bosch ligt behalve voedsel ook een grote berg medische voorraden. In Oss is ook zeep, kleding, dekens en kookgerei opgeslagen. Ook kazerneterreinen in Grave en Tilburg staan stampvol.
De Britse leiding huurt Brabantse arbeiders in om te sjouwen en te laden. De hulp is hard nodig want het gaat om grote partijen hulpgoederen. De mannen werken hard door om de enorme konvooien mogelijk te maken.
Rond het middaguur staan de vrachtwagens klaar. Om 16:30 meldt het geallieerde opperbevel: all vehicles loaded. De hulpkonvooien kunnen de daaropvolgende ochtend gaan rijden.
Het staakt-het-vuren is al een tijd van kracht maar beide partijen schieten nog steeds op elkaar. Ten noorden van Den Bosch klinkt nog Duits mortiervuur, mogelijk vanuit Hedel. De Nederlandse troepen schieten terug. Ook een Britse eenheid bij Waalwijk meldt Duits machinegeweervuur vanaf de noordoever van de Maas.
In de avonduren krijgen de geallieerde troepen langs de frontlijn in Brabant een nieuw bevel. ‘No firing’ is te lezen in de logboeken van de eenheden langs Hollands Diep, Maas en andere rivieren. Ook de Prinses Irene Brigade ontvangt dezelfde order.
Maar er zijn uitzonderingen: op Duitse troepen die de rivieren oversteken en bevrijd gebied binnendringen mag wel worden geschoten. Terugschieten mag uit zelfverdediging.
En zo wordt de stilte aan het Maasfront nog dagen en vooral nachten onderbroken door salvo’s.
Lees alles over de bevrijding van Brabant op onze themapagina.