24 april 1945. Boven Den Bosch zijn geallieerden en Duitsers al meer dan 24 uur in gevecht. Maar de strijd luwt wat. Nergens vallen de Duitsers aan. Vanuit Tilburg komen Nederlandse soldaten de Prinses Irene Brigade versterken. Bij Den Bosch varen in de ochtend versterkingen de Maas over.

Rond Hedel gaan Nederlandse soldaten op patrouille. Ze willen zien waar de vijand zit. Het doel is ook het gebied dat ze onder controle hebben, uit te breiden. Het gaat het om strategische plekken die de Nederlandse troepen in handen willen krijgen. Zoals een bunker. Zo valt het oog valt op een eigen ‘Hollandse’ kazemat (het Nederlandse woord voor bunker) uit 1940. De aanval mislukt. Er sneuvelt een Duitser en een Nederlander raakt gewond. Doel niet bereikt.

Mariniers in de Prinses Irene Brigade en een mortier (foto: NIMH)

Ook vanuit de lucht proberen de geallieerden zicht te krijgen op de vijand. Ze voeren met een vliegtuigje verkenningsvluchten uit. In het gebied zien ze troepenbewegingen. Dat kan betekenen dat de vijand een tegenaanval aan het voorbereiden is.

Via de radio geeft een waarnemer de locaties door. Daarna volgt een artilleriebeschieting op de Duitse doelen. In de loop van de dag kunnen de Nederlandse troepen hun gebied wat uitbreiden en de eigen posities verstevigen.

Geallieerde artillerie
Bij de verplaatsingen vallen soms slachtoffers. Een lichte pantserwagen, een brencarrier, rijdt op een mijn en een Nederlander sneuvelt. Een officier stapt op een mijn en raakt zijn voet kwijt.

Na uren betrekkelijke rust schieten in de avond de Duitsers ineens granaten af op een positie ten oosten van Bokhoven. Er vallen voor zover bekend geen slachtoffers.

In verzetskrant De Patriot een beschrijving van de ontwikkelingen | Foto: Jan de Wit

Plotselinge beschietingen vanuit bezet gebied zijn er dagelijks in deze periode. Zo ligt de Westhoek op de avond van 24 april onder vuur. Anderhalf uur lang vallen zeker 150 granaten. Het begint in Willemstad met ontploffingen.

Schrik
Daarna nemen de Duitse kanonnen ook Zevenbergen, Fijnaart en het gebied tussen Oudenbosch en Fijnaart onder vuur. Overal ontploffen granaten, voor zover bekend zonder doden en gewonden en zonder al te veel schade. Maar de schrik moet er goed in hebben gezeten.

Waar kwamen de granaten vandaan? De geallieerden proberen de Duitse kanonnen te lokaliseren. Ze staan vermoedelijk in de Hoeksche Waard bij Strijen. Die avond worden ook Duitse observatieballonnen gezien in de richting van het Hollandsch Diep.

'Misleiding'
Waarom wordt het gebied nog steeds beschoten, want de oorlog is bijna voorbij? Militair historicus Johan van Doorn heeft wel een vermoeden. "Het ging om misleiding. Om de vijand onder druk te houden. Je bindt troepen. Die kunnen dus niet elders worden ingezet."

Beschietingen konden ook het begin betekenen van een échte aanval. Die kwam er, bij verrassing, een dag later boven Den Bosch.