Als in september 1944 de Duitsers van het zuiden naar het noorden trekken, komen ze ook in de Biesbosch. De mannen die daar ondergedoken zaten nemen de Duitsers - 75 in totaal - gevangen. Uiteindelijk worden de Duitsers overgedragen aan de Poolse bevrijders. Het verzetswerk van de mannen in de Biesbosch is nog niet klaar. De mannen hebben veel verstand van het varen in het natuurgebied. ‘’Dus kwam de vraag: willen jullie niet even wat brengen van het zuiden naar het noorden? Dat hebben ze aangenomen’’, zegt Floris van den Hoek. Zijn vader was een van die Biesboschcrossers.

Met twintig anderen onderhoudt vader Piet van den Hoek tussen november 1944 en 5 mei 1945 een geregelde lijnverbinding. Een karwei met veel gevaren. ‘’Aan weerszijden waren polders en daar lagen de Duitsers. Met wachtposten en mitrailleurposten. Je moest dus doodstil zijn.’’

Uitgekiend
Niet alleen het varen moest met zorg gebeuren. Ook de omstandigheden moesten goed van tevoren worden bekeken zodat een tocht goed uitgekiend kon worden. Wanneer ga je varen? Wat voor weer is het?

‘’Het liefste hadden ze toch regen of wind want dat verstopt het geluid. En met regen werd je minder makkelijk gezien. Donkere nachten, geen volle maan. Dan stak je de Amer over.’’ Dat was nog een hele klus want de Amer is een wilde rivier. ‘’Als je dat in zo’n klein bootje doet, dan mag je daar wel respect voor hebben.’’

Dit Ridderdiploma hing bij Floris van den Hoek boven de schoorsteenmantel.

Ridderdiploma
Floris’ vader werd na de oorlog geëerd voor zijn heldendaden. Hij en de anderen kregen de Willemsorde. Floris’ vader Piet besteedde er nooit aandacht aan. ‘’Daarom wisten wij thuis ook niet wat het betekende. Er hing boven de schoorsteenmantel een ridderdiploma. Daar stond van alles op geschreven. Maar daar werd niet over gesproken en dus hadden wij er niet zoveel aandacht voor.’’

Piet van den Hoek en de andere Biesboschcrossers krijgen de Willemsorde.


Na de oorlog stort vader Piet volledig in. Het kost hem jaren om er overheen te komen. Uiteindelijk komt hij erbovenop door zijn verhalen op te schrijven en documenten te verzamelen. Hij maakt er een soort bibliotheek van. Hij vertelt zijn verhaal aan basisschoolleerlingen. ‘’Om proberen mee te geven dat wat er gebeurd is nooit meer mag gebeuren.’’